Testing-testing
Je kunt niet alles testen. Mooie tegeltjeswijsheid die boven het bed van elke projectmanager kan hangen. Maar dan moet er nog een tegeltje naast: Je kunt wel alle risico’s testen. Ik denk niet dat Philips ooit getest heeft of haar nieuwste model scheerapparaat goed werkt op konijnen die zijn blootgesteld aan vijf graden nachtvorst. De kans op een glad geschoren velletje is weliswaar niet zo groot maar de impact van het teleurstellend resultaat is bijkans nihil. Geen enkel persoon en zelfs geen konijn zal er wakker van liggen. In andere woorden: het risico van deze “testcase” is verwaarloosbaar klein en komt niet in de testset terecht.
In de praktijk is de wereld van het testen uiteraard niet zo zwart-wit. Het kan lastig zijn om te beslissen of je iets wel of niet moet gaan testen. Maar daar bestaat een trucje voor: collegae. Of collega’s; mag ook. Je hoeft immers niet alles zelf te verzinnen en in de regel helpt een beetje discussie en weerwoord om een goede beslissing te kunnen nemen. Zolang alle deelnemers maar die twee tegeltjes voor ogen houden en zich niet laat verleiden tot het testen om het testen.
Volgende uitdaging: hoe weet ik dat alle significante risico’s besproken zijn? Zelfs als ik de hulp van die collega’s heb ingeroepen? Het kort door de bocht antwoord luidt: niet. Net zomin als dat je alles kunt testen, weet je nooit 100% zeker of je alle risico’s die er toe doen boven tafel hebt gekregen. Er zijn wel twee pijlers die je een zet in de goede richting kunnen geven: het bestaande systeem (als dat vervangen moet worden) en de processen en procedures die gehanteerd worden.
Het goed voor ogen hebben van die bestaande situatie en werkwijze is dus een goed en belangrijk vertrekpunt. En als die heldere blik er niet is, moet daarin geïnvesteerd worden. Niet met geld maar door het oor te luisteren te leggen bij bestaande gebruikers. Het gaat immers vooral om de wijze waarop systemen écht functioneren en procedures écht worden toegepast; niet zozeer om de “happy-flow” instructieboekjes en AO-beschrijvingen.
Roep de key-users maar bij elkaar, kruip in een hok en laat iedereen maar roepen op de vragen: waar kán het mis gaan, waar gáát het ook mis en hoe erg is dat? Uit de kakofonie van geluiden zal een overzicht ontstaan van zaken die het testen niet waard zijn (kleine kans met kleine impact), zaken die minimaal tot goed getest moeten worden (veelal de “happy-flow”: kleine kans met redelijke tot grote impact) en zaken die uitgebreid tegen het licht gehouden moeten worden (grote kans met grote impact). Zolang er geen konijn met een scheerapparaat uit de hoge hoed komt, ben je op de goede weg.