Een echte EU is in de maak
We gaan eindelijk de goede kant op met de Europese Unie. Met de Europese Unie als samenwerkende en eensgezinde “natie” wel te verstaan. En nog genuanceerder: na ruim 50 jaar wordt een serieuze poging gedaan om de kreet “EU” van inhoud te voorzien.
Het duo Merkel/Sarkozy ziet een “economische regering” van de 27 EU-lidstaten namelijk wel zitten. De beweegreden daarvoor is goed. Een economische regering moet er voor zorgen dat een crisis zoals we die nu ervaren in de toekomst wordt voorkomen. Daarvoor zal zij waar nodig “daadkrachtig” moeten kunnen optreden. Waar nu nog standjes worden uitgedeeld als lidstaten niet voldoen aan gemaakte afspraken op economisch en monetair terrein, kan een economische regering zwaarder geschut inzetten. Het ontnemen van stemrecht in de Europese Raad wordt als voorbeeld genoemd.
Voor een Europese Unie die verder gaat dan alleen samenwerken, wat met het gebruik van de Euro natuurlijk al lang het geval is, is een dergelijke strakke structuur van controleren en sanctioneren een must. Alleen in tijden van voorspoed, zoals de Euro die acht jaar lang heeft gekend, is een aai over de bol en een boze blik voldoende om de radaren in beweging te houden.
De Duits/Franse tandem legt de vinger dus op de zwakke plek en tegelijkertijd op de gevoelige. Zijn de lidstaten bereid een deel van hun nationale vrijheden op te offeren voor het gemeenschappelijk belang? Een elementaire discussie die met name belicht hoeveel verschillende culturen, talen, zienswijzen en wereldbeelden de EU huisvest. Een prachtige en te koesteren smeltkroes die tegelijkertijd te broos lijkt om een Europese economische regering in de lucht te houden.
Op het mondiale voetbaltoernooi wordt dit treffend gesymboliseerd: 13 landen uit het verdeelde Europa en één land dat de verenigde staten uit Noord-Amerika vertegenwoordigt. En toch zijn we behoorlijk zeker dat de smeltkroes gaat winnen.