Goede manager de-nuanceert niet
Politici zijn er niet voor de details. Politici zijn aangesteld om de rode draad uit te leggen zoals de democratische meerderheid dat graag ziet. Geen ruimte en tijd voor 20%-uitzonderingen die de 80%-flow in gevaar brengen. Afwijkingen zijn hooguit een aandachtspunt voor het directoraat-generaal dat de gaten mag dichten en té schokkende uitkomsten van het beleid moet verlichten. Deze werkwijze wordt in belangrijke mate gestuurd door de continu priemende en controlerende ogen van het electoraat. Aan een politicus die opeens flink aan nuanceren doet, zit een apart luchtje.
De heer Plasterk ruikt wat dat betreft niet meer zo fris de afgelopen dagen. De gehypte gebeurtenissen rondom de afgetapte 1,8 miljoen “informatie-pakketjes” dwongen hem een verklaring te geven voor zijn tegenstrijdige uitspraken. Niet makkelijk. Op 30 oktober beweert hij een brief van de Amerikaanse geheime dienst te hebben ontvangen (en laat die zien) met een bevestiging van Amerikaanse afluisterpraktijken, op 8 november bevestigt hij dat en op 5 februari meldt hij dat het toch Nederlandse luistervinken waren. Een minister in een klassiek lastige positie dus tijd voor een klassieke oplossing: nuance. Op 11 februari krijgt de Tweede Kamer een lezing voorgeschoteld van leraar Plasterk waarin het verschil tussen “beweren” en “speculeren” wordt uitgelegd. De Kamer hoeft nog net geen excuses te maken voor deze misinterpretatie; dat doet Plasterk voor de zekerheid zelf wel.
Voor de overtreffende en meer smeuïge variant van ‘nuancering’ moeten we de grote plas oversteken. President Clinton was zo ongeveer als enige in 1988 van mening dat hij geen onwaarheden had verteld toen hij beweerde geen seks te hebben gehad met stagiaire Lewinsky. Alleen in de presidentiële handleiding stond klaarblijkelijk iets over de vormen van menselijke contacten die dat stempel konden krijgen. En hoe je dat met droge ogen moet zeggen.
Zoals zo vaak is de politiek niets anders dan een groot bedrijf met een hoger verloop van directeuren en kiezers als aandeelhouders. Maar op dagbasis is een belangrijk verschil zichtbaar. In de profit-sector wordt op dagbasis meer verantwoording afgelegd aan de eigen medewerkers dan de uiteindelijke eigenaren van het bedrijf. Daardoor is hier vaak het tegenovergestelde van nuancering zichtbaar: de-nuancering. Een poging van managers om complexe zaken of, erger nog, zaken waar men onvoldoende kennis van heeft met een welgemikte zin tot non-issue te verklaren: “Als je dat zonder fouten verwerkt, ontstaan er toch geen problemen?” of “Als dat 2X zo lang duurt, moet er maar 2X zo hard gewerkt worden.”
Tja, was het allemaal maar zo eenvoudig. Managers in het bedrijfsleven kunnen op dit punt nog veel leren van de politiek. Niet door in de valkuil van nuancering te trappen of te proberen van alle details op de hoogte te zijn (dat kán eenvoudigweg niet) maar door te vertrouwen op de mensen om hen heen. Moeten het wel goede mensen zijn natuurlijk. Niet de eerste de beste stagiaire…
Lees meer: https://www.sgrosupport.com/products/goede-manager-de-nuanceert-niet/