Backoffice is core-business

Backoffice is core-business

Werkzaamheden outsourcen is een beproefde manier om kosten te besparen. Vaak is dat ook de directe aanleiding en drijfveer om het uitbesteden van activiteiten te overwegen. Gedragen door het argument van schaalvoordelen worden lucratieve rekensommetjes gemaakt, die niet zelden voor ongeruste medewerkers zorgen.

Uiteraard ontkomen ook operationele afdelingen in de effectenbranche niet aan de blik van de rekenmeesters. In de loop der jaren hebben meerdere partijen zich gepresenteerd als ideaal, en vooral goedkoper, alternatief voor de eigen backoffice. Goed onderbouwde en theoretisch sluitende verkoopverhalen stelden effectenbanken voor moeilijke keuzes. Tot een massale samenklontering van effectenadministraties is het echter nooit gekomen. Integendeel. De aanbieders van deze Business Proces Outsourcing (BPO) diensten hebben het zwaar. Al jaren lijkt overleven de eerste doelstelling te zijn in deze nichemarkt wat met het beperkte aantal aanbieders opvallend genoemd mag worden.

I-Broker waagde een poging in 2000 maar moest drie jaar later, na nog even eigendom te zijn geweest van Dexia Bank Nederland (lees: Laboucherre en Kempen & Co.), de handdoek in de ring gooien.

Ordina wist als BPO-aanbieder in 2004 de backoffice van Staal Bankiers als cliënt aan zich te binden. Daar werd in 2008 Loyalis nog aan toegevoegd maar klonk na vijf jaar met de verkoop van het bedrijfsonderdeel aan Centric toch een negatief eindoordeel. Centric hoopt op haar beurt ergens in 2010 break-even te draaien.

In de tussentijd (2006) is Orbay officieel van start gegaan. Niet vanuit het niets maar als uitvloeisel van een in 2004 gestarte joint venture tussen Rabobank Nederland Effectendiensten (RNE) en KBC. Laatstgenoemde bleef te veel twijfels houden en trok zich al terug voordat de eerste effectentransactie verwerkt werd. Dat de portefeuille van Orbay (alleen) uit Rabobank, Robeco en Schretlen & Co bestaat mag daarom geen verbazing wekken.

Minder zichtbaar maar zeker zo interessant zijn de pogingen binnenshuis om backoffice werkzaamheden te centraliseren. Filialen door het land of internationale dochters zien deze interne vorm van outsourcing als middel om schaalvoordelen te gelde te maken en operationele kosten te verlagen. Dat dat stroeve processen zijn waarbij tegenstrijdige belangen een grote rol spelen, is een publiek geheim.

De meeste bedrijven zijn zich er van bewust dat het niet verstanding is core-activiteiten uit te besteden. Juist daar zit de toegevoegde waarde aan de klant en kan men zich onderscheiden van de concurrent. Effectenbanken vinden het vaak lastig backoffice activiteiten tot de core te rekenen. Pas tijdens het uitbestedingstraject zelf slaat de twijfel toe en vraagt men zich af of de dienstverlener dat complexe en klantgedreven proces écht zonder kwaliteitsverlies kan overnemen. Dat de Wet Financieel Toezicht ook nog eens bepaalt dat de bank voor uitbestede werkzaamheden verantwoordelijk blijft, zal effectenadministraties niet in de armen van externe partijen drijven.

Reacties zijn gesloten.