Kiekeboe, wij zijn AFM en DNB
De AFM (Autoriteit Financiële Markten) en DNB (De Nederlandsche Bank N.V.) opereren onafhankelijk van elkaar. De eerste houdt toezicht op het gedrag in de financiële markten terwijl de tweede toezichthouder zogenaamd prudentieel toezicht uitoefent. De AFM legt voor haar taken verantwoording af aan het Ministerie van Financiën en hoewel de enig aandeelhouder van de Naamloze Vennootschap de Nederlandse staat is, is DNB als onderdeel van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) onafhankelijk.
Deze scheidslijnen houden contact tussen de mensen op het Frederiksplein (DNB) en de Vijzelgracht (AFM) niet tegen. Sterker nog, die contacten zijn prima. Op de dag dat DNB een onderzoek publiceert naar de kennis van Nederlandse huishoudens over de taken en verantwoordelijkheden van de ECB (de Europese Centrale Bank) brengt de AFM een onderzoek naar buiten over het belang dat “stakeholders” hechten aan het bestaan van de gedragstoezichthouder. De AFM laat in het zelfde persbericht van 12 juli ook nog even weten dat zij meer inzicht geeft in de wijze waarop zij communiceert. Een soort van georkestreerd offensief om de banden tussen toezichthouders en publiek even aan te halen.
De uitkomsten van de verschillende onderzoeken kunnen echter beter niet naast elkaar gelegd worden. De DNB concludeert dat de kennis van de Nederlandse huishoudens over de ECB verre van ideaal is. Gemiddeld geven respondenten slechts 5 goede antwoorden op 11 vragen waar de respondenten de idee hebben over een veel beter kennisniveau te beschikken. De AFM is niet ongelukkig met de uitkomst van haar onderzoek waaruit blijkt dat negen van de tien consumenten het belang van het bestaan van de AFM onderschrijven. Is er een reden waarom “de burger” beter op de hoogte is van hetgeen de AFM geacht wordt te doen dan waar de ECB voor ingehuurd is?
Niet echt. Dat blijkt ook wel uit de onderliggende cijfers. Van de 895 consumenten die zijn benaderd, gaf 79% (!) aan niet te weten wat de AFM doet. Alleen de resterende 193 consumenten is vervolgens een aantal vragen gesteld. De details van het rapport geven aan hoe dat vervolgens is vorm gegeven. De geënquêteerde krijgt circa 20 onderwerpen voorgeschoteld met een negatieve smaak (woekerpolis, kredietcrisis, Icesave, beleggingsfraude, faillissement DSB, etc.) die direct worden gekoppeld aan de rol van de AFM. Het moet toch gek lopen wil de enquêteur te horen krijgen dat de AFM geen rol van betekenis speelt. Interessant is het feit dat van de 820 zakelijke “stakeholders” (die wel allen weet hebben van de rol van de AFM) slechts 16% de AFM als “effectief” bestempelt.
Geen publicaties dus om klakkeloos over te nemen. De verkondigde transparanter wijze van communiceren is op zich wel zichtbaar; je moet er alleen nog even zelf naar zoeken.