AFM geeft slechte voorbeeld
Er is de afgelopen jaren in de financiële wereld best veel veranderd. Niet in de laatste plaats veranderingen ten gunste van de klant. De banken die beleggingsdiensten aanbieden (en welke bank doet dat niet tegenwoordig) weten daarover mee te praten. Zij hebben meermalen hun systemen en processen moeten aanpassen aan de veranderende omgeving.
Zo is het niet toegestaan uitvoeringskoersen met de klant te communiceren waar allerlei kosten in zijn verwerkt. Klinkt logisch maar pas in deze eeuw (en dat is nog niet zo lang) is dat ‘common practice’. Pas vanaf dat moment zijn beleggers in staat de koers te interpreteren als de koers zoals die op de beurs tot stand gekomen is. Eventuele kosten worden separaat getoond.
Van recenter datum is de eis dat de klant kan zien op welke beurs de transactie is uitgevoerd en op welk moment. De klant moet zich zelfs van te voren een beeld kunnen vormen over de wijze waarop zijn order verwerkt zal worden en kan daarbij bogen op het verplichte en openbare “uitvoeringsbeleid” van de bank waarin onder andere de veelzeggende “best execution policy” moet zijn verwerkt.
Nog jonger regelgeving zorgt er voor dat klanten vooraf beter geïnformeerd worden over wisselkoersen die de bank zal hanteren. In bepaalde gevallen kan de klant daarin zelfs een actieve rol spelen in plaats van lijdzaam toekijken.
De klant kan zich opmaken voor nog meer wijzigingen. Op vrijwillige basis besluiten banken nu al om ontvangen vergoedingen van beleggingsfondsen (trailerfees of bestandsvergoedingen genaamd) door te sluizen naar haar klanten. Het moment dat klanten minimaal geïnformeerd moeten worden over deze inkomsten komt elke dag dichterbij. Hetzelfde geldt voor het deel van de provisie dat zelfstandig vermogensbeheerders via de bank ontvangen (kickback of retourvergoedingen genaamd) en waarin de klant meer en inzage moet krijgen.
De klant mag de Autoriteit Financiële Markten (AFM) danken voor deze ontwikkelingen. Gesteund door wetgeving is zij in staat geweest banken de juiste richting op te duwen. De AFM mag daarbij het meest tevreden zijn over de cultuurwijziging die daardoor langzaam maar zeker in het bankenlandschap gestalte heeft gekregen. Waar zaken als voorkennis en ondoorzichtige constructies minder dan 10 jaar geleden als normaal en branche-eigen werden beschouwd, staat bij vele direct betrokkenen transparantie en openheid nu hoog in het vaandel.
Het is pijnlijk en gênant om te zien dat nu aan deze normen en waarden door de broodheer van de AFM wordt geknaagd. Het ministerie van Financiën geeft geen inzage in het AFM-rapport naar het functioneren van Gerrit Zalm als oud-bestuurder van het failliete DSB. Je eigen huis schoonhouden is waarschijnlijk toch moeilijker dan iemand wijzen op het stof in zijn huis.