Huiskamers op kantoor
Wat zijn we toch stil in een trein. We turen graag naar de voorbijglijdende files en landschappen om niet continu met de blikken van onze medepassagiers geconfronteerd te worden. Dat is ook de nevenfunctie van een krant of tijdschrift. “Niet storen” staat er op de voorkant geschreven met onzichtbare maar duidelijk leesbare letters.
In de winter levert dat spannende momenten op. De files en landschappen zijn vervangen door een als spiegel fungerend raam. Een vergeten krant wordt daarom gecompenseerd door een spelletje op de mobiel en in het uiterste geval turen we de volle rit naar het treinstelnummer. We hebben er veel voor over om in onze “comfort zone” te blijven zitten.
De trein is meer en meer een voorportaal van ons thuis. We zijn er bijna of juist net vertrokken en alle mensen in de volle coupe worden stilzwijgend in de verlengde huiskamer gedoogd. We zeggen de hoofden die we al jaren bijna elke dag tegenkomen dan ook geen gedag. Dat is vertrouwd volk; een ooghoekblik is voldoende.
Het zijn gewoonten en rituelen die ons rust geven en het moment creëren om de aankomende dag voor te bereiden of de voorbije dag te verwerken. Net zoals we korte mogelijkheden en momenten zoeken in onze werkomgeving om gebeurtenissen te laten bezinken en zaken op een rijtje te zetten. Het kopje koffie vervult in dat opzicht meerdere functies en een rondje door het pand is veelal niet om de branduitgangen te controleren. Wel eens afgevraagd waarom die collega dat routineklusje altijd net voor de lunch wil doen? En is dat wekelijkse overleg niet meer dan puur het uitwisselen van gegevens? Hoe vaak kunnen we het niet af met een mailtje maar kruipen we toch liever even bij elkaar?
Net als in de trein doen we er goed aan elkaar deze momenten te gunnen. En zolang ze niet verzanden in een vergadercultuur of afgesloten individuen tot gevolg hebben, zal het de organisatie zeker ten goede komen.